De wreedheid van onze tijd – en de genade van je grenzen
Onze tijd overvraagt ons. We moeten toewijding tonen op het werk, aandacht geven thuis, blijven groeien, studeren, sporten, rusten, in balans zijn. Niemand kan daaraan met tevredenheid voldoen. Toch voelen we ons tekortschieten – alsof falen een persoonlijk gebrek is. Maar dat is het niet.
De druk van het goede leven
We leven in een tijd die meer van ons vraagt dan enig mens kan geven. We weten hoe belangrijk het is om er te zijn voor onze kinderen – om te luisteren, te spelen, verhalen voor te lezen.
We willen partners zijn die aandachtig liefhebben, vrienden die beschikbaar zijn, burgers die betrokken blijven.
En ondertussen moeten we ook nog goed zijn in ons werk: toegewijd, ambitieus, voortdurend groeiend.
Een eeuw geleden gold afwezigheid nog als normaal. Vaders werkten, moeders zorgden, en niemand vroeg zich af of dat emotioneel wel voldeed.
Nu weten we beter – en dat is winst – maar het maakt het leven ook ingewikkelder.
De huishoudster is verdwenen, de werkdruk gestegen, en het ideaal van gelijkheid heeft het aantal taken verdubbeld.
Mijn reel op Instagram hierover
De wreedheid van onze tijd
We proberen tegelijk succesvol, liefdevol, gezond en spiritueel te zijn. We sporten om fit te blijven, lezen om onze geest te voeden, mediteren om niet overspannen te raken.
En toch voelen we ons vaak tekortschieten – alsof falen een persoonlijk gebrek is, in plaats van een teken dat de tijd te veel vraagt.
Onze tijd is niet wreed omdat ze ons vernedert, maar omdat ze ons vleit. Ze zegt dat we alles kúnnen, als we het maar goed plannen. Ze beloont toewijding, maar kent geen genade.
En dus lopen we niet vast door een gebrek aan idealen, maar juist door hun overdaad.
De deur die open gaat in onze grenzen
Misschien is het tijd om zachter te kijken naar onszelf. Om te erkennen dat het menselijk is om niet alles te kunnen combineren. De mislukkingen waar we zo bang voor zijn, zijn misschien juist de plekken waar nog rust te vinden is.
Sta even stil bij wat dit alles vanbinnen met je doet. Waar voel je je levend, waar leeg? Wat gebeurt er in jou als je telkens tekortschiet?
Zulke vragen zijn niet bedoeld om te analyseren, maar om te luisteren – naar wat in jou leeft, en naar de zachte stem die daaronder klinkt.
Kwetsbaarheid is geen mislukking, maar een plek van ontmoeting. God verschijnt niet pas als we alles op orde hebben, maar juist wanneer de façade barst.
Dan kan iets van genade binnenkomen: mildheid, adem, een nieuwe blik.
De genade van het niet-kunnen
Proberen jezelf te verbeteren kan een grote last worden. Begin misschien beter met eerlijk te zijn over je verlangen.
Misschien is dat verlangen niet groots of verheven, maar gewoon: rust, eenvoud, even niets moeten.
Ook daar kan God zijn.
En misschien ligt daarin de diepste bevrijding: te ontdekken dat we niet hoeven te voldoen aan ons eigen beeld van volmaaktheid – zelfs niet aan ons beeld van hoe een goed mens of een goed gelovige hoort te zijn.
God is groter dan onze idealen.
Hij wacht niet aan de top van ons streven, maar in de ruimte die ontstaat als we durven toegeven dat we het niet allemaal kunnen dragen.
